Urantia Urantia

Citaten uit het UB

 

UW WERELD URANTIA IS EEN VAN VELE SOORTGELIJKE BEWOONDE PLANETEN, [ * ] die het lokale universum Nebadon vormen. Dit universum, samen met soortgelijke creaties, vormt het superuniversum Orvonton, van wiens hoofdstad Uversa onze commissie afkomstig is. Orvonton is een van de zeven evolutionaire superuniversa van tijd en ruimte die de nooit beginnende, nooit eindigende schepping van goddelijke perfectie omcirkelen: het centrale universum Havona.

Uit : HET VOORWOORD

 

CITATEN UIT DEEL EEN VAN HET BOEK HET CENTRALE UNIVERSUM
EN DE SUPERUNIVERSA ( VERHANDELINGEN 1 TOT EN MET 31 ) 

 

Dit is de ware betekenis van dat goddelijke bevel, "Wees volmaakt, zoals ik volmaakt ben", dat de sterfelijke mens altijd voortdrijft en hem naar binnen wenkt in die lange en fascinerende strijd om steeds hogere niveaus van spirituele waarden en ware universumbetekenissen te bereiken. Deze verheven zoektocht naar de God van universums is het opperste avontuur van de bewoners van alle werelden van tijd en ruimte.

Uit : V. 1 DE UNIVERSELE VADER

 

Niets is nieuw voor God, en geen enkele kosmische gebeurtenis komt ooit als een verrassing; hij bewoont de cirkel van de eeuwigheid. Hij is zonder begin of einde van dagen. Voor God is er geen verleden, heden of toekomst; alle tijd is aanwezig op elk gegeven moment. Hij is de grote en enige IK BEN. 

Uit : V. 2 DE AARD VAN GOD

 

GOD is overal aanwezig; de Universele Vader regeert de cirkel van de eeuwigheid. Maar hij regeert in de lokale universums in de personen van zijn Paradijs Schepper Zonen, net zoals hij leven schenkt door deze Zonen. “God heeft ons eeuwig leven gegeven, en dit leven is in zijn Zonen.” Deze Schepper Zonen van God zijn de persoonlijke expressie van zichzelf in de sectoren van de tijd en aan de kinderen van de wervelende planeten van de evoluerende universums van de ruimte. 

Uit : V 3 DE EIGENSCHAPPEN VAN GOD

 

Het is twijfelachtig of iemand, behalve de Paradijs-Godheden en hun hoogste medewerkers, werkelijk veel weet over het eeuwige doel van God. Zelfs de verheven burgers van het Paradijs hebben zeer uiteenlopende meningen over de aard van het eeuwige doel van de Godheden.

Uit : V 4 GODS RELATIE TOT HET UNIVERSUM

 

De stervelingen in de rijken van tijd en ruimte kunnen sterk verschillen in aangeboren vermogens en intellectuele talenten. Ze kunnen genieten van een omgeving die uitzonderlijk gunstig is voor sociale en morele vooruitgang, of ze kunnen lijden onder het gebrek aan vrijwel alle menselijke hulp bij hun cultuur en veronderstelde vooruitgang in de kunsten van de beschaving. 

Uit : V 5 GODS RELATIE TOT HET INDIVIDU

 

Toen een Zoon van de Eeuwige Zoon op Urantia verscheen, doelden degenen die met dit goddelijke wezen in menselijke vorm omgingen op hem als ‘Hij die was van den beginne, die wij gehoord hebben, die wij met onze ogen gezien hebben, die wij aanschouwd hebben en onze handen getast hebben, namelijk het Woord des levens.

Uit : V 6  DE EEUWIGE ZOON

 

De Eeuwige Zoon is de persoonlijke beheerder, de goddelijke bewaarder, van het universele plan van de Vader voor de opstijging van het schepsel. Nadat hij het universele mandaat had afgekondigd, "Wees volmaakt, zoals Ik volmaakt ben", vertrouwde de Vader de uitvoering van deze enorme onderneming toe aan de Eeuwige Zoon; en de Eeuwige Zoon deelt de stimulering van deze bovennatuurlijke onderneming met zijn goddelijke coördinaat, de Oneindige Geest.  

Uit : V 7 : DE RELATIE VAN DE EEUWIGE ZOON TOT HET UNIVERSUM

 

Wanneer een Schepperzoon van God de verantwoordelijkheid van het scheppen voor een geprojecteerd lokaal universum aanvaardt, beloven de persoonlijkheden van de Oneindige Geest zichzelf als de onvermoeibare dienaren van deze Michael Zoon (aan te bieden) wanneer hij op zijn missie van creatief avontuur gaat. 

Uit : V 8  DE ONEINDIGE GEEST

 

God de Geest bezit alle bovennatuurlijke vriendelijkheid en barmhartige genegenheid van de Oorspronkelijke en Eeuwige Zoon. Het universum van uw oorsprong wordt gesmeed tussen het aambeeld van gerechtigheid en de hamer van lijden; maar degenen die de hamer hanteren zijn de kinderen van genade, de geestelijke nakomelingen van de Oneindige Geest.

Uit : V 9  RELATIE VAN DE ONEINDIGE GEEST TOT HET UNIVERSUM

 

Omdat de Paradijszonen van God de evolutionaire werelden bezoeken en daar soms zelfs in de gedaante van het sterfelijk vlees verblijven, en omdat deze gaven het voor de sterfelijke mens mogelijk maken om daadwerkelijk iets te weten te komen over de aard en het karakter van de goddelijke persoonlijkheid, moeten de schepselen van de planetaire sferen vertrouwen op de gaven van deze Paradijszonen voor betrouwbare en geloofwaardige informatie over de Vader, de Zoon en de Geest.

Uit : V 10  DE PARADIJS DRIE-EENHEID

 

Het Paradijs is het eeuwige centrum van het universum van universa en de plaats waar de Universele Vader, de Eeuwige Zoon, de Oneindige Geest en hun goddelijke soortgenoten en medewerkers verblijven. Dit centrale Eiland is het meest gigantische, georganiseerde lichaam van kosmische realiteit in het ganse meester-universum. Het Paradijs is evenzeer een materieel hemellichaam als een geestelijke woonplaats. ( Toevoeging Robert: met hun steeds krachtiger telescopen ontdekken geleerden juist nu immer grotere zogenaamde 'reuzen ellipsen' , zoals IC 1101. Wellicht is dit enorme stelsel hetzelfde als ... : )   

Uit : V. 11 HET EEUWIGE PARADIJS-EILAND

 

Wanneer de astronomen van Urantia door hun steeds sterkere telescopen naar de geheimzinnige uitgestrektheden van de buitenruimte kijken en daar de verbazingwekkende evolutie van welhaast talloze fysische universa aanschouwen, dienen zij te beseffen dat zij turen naar de machtige uitwerking van de ondoorgrondelijke plannen van de Architecten van het Meester-Universum.

Uit : V 12 HET UNIVERSUM VAN UNIVERSA 

 

De eenentwintig satellieten van het Paradijs dienen in zowel het centrale universum als in de superuniversa vele doeleinden die in deze verhandelingen niet worden onthuld. Ge kunt maar zo weinig begrijpen van het leven op deze werelden, dat ge niet kunt verwachten een ook maar enigszins samenhangende visie te krijgen wat betreft hun natuur, of hun functie ( .. ). 

UIT : V 13  DE HEILIGE WERELDEN VAN HET PARADIJS

 

Dit is de eeuwige kern van volmaaktheid, rond welke de eindeloze processie wervelt van universa die het geweldige experiment der evolutie vormen, het dappere avontuur van de Schepper-Zonen van God die ernaar streven om het patroon-universum te dupliceren in de tijd en te reproduceren in de ruimte ( .. ). 

UIT : V 14  HET CENTRALE GODDELIJKE UNIVERSUM 

 

De koude werelden die zijn opgebouwd uit bijeenvergaard zwevend ruimtemateriaal zijn, wanneer zij zich toevallig in de juiste relatie tot een nabijgelegen zon bevinden, de beste planeten om intelligente bewoners te herbergen.

De dode zonnen zijn in de regel niet geschikt voor leven; zij zijn gewoonlijk te ver van een levende, laaiende zon verwijderd, en ook zijn ze veel te massief; de zwaartekracht aan de oppervlakte is er geweldig sterk.

UIT : V 15  DE ZEVEN SUPERUNIVERSA 

 

Deugd is rechtvaardigheid — conformiteit met de kosmos. Het benoemen van deugden is niet hetzelfde als het definiëren ervan, maar als ge ernaar leeft, kent ge ze. Deugd is niet louter kennis en nog geen wijsheid, maar veeleer de realiteit van progressieve ervaring in het bereiken van opgaande niveaus van kosmische prestaties. In het dagelijks leven van de sterfelijke mens wordt deugd verwezenlijkt door het bestendig kiezen van het goede in plaats van het kwade, en deze bekwaamheid om te kiezen is het bewijs van het bezit van een morele natuur. 

UIT : V 16  DE ZEVEN MEESTERGEESTEN

 

Naast de Godheden en hun Paradijs-medewerkers, vormen de Ouden der Dagen de meest volmaakte, veelzijdige en goddelijk begaafde bestuurders in heel het bestaan in tijd en ruimte. Blijkbaar zijn zij de allerhoogste regeerders van de superuniversa..  

UIT : V 18  DE ALLERHOOGSTE TRINITEITSPERSOONLIJKHEDEN

 

In al hun werk voor en op de bewoonde werelden worden de Magistraat-Zonen bijgestaan door twee orden van schepselen van de plaatselijke universa, de Melchizedeks en de aartsengelen, terwijl zij tijdens zelfschenkingsmissies ook vergezeld worden door de Schitterende Avondsterren, die eveneens hun oorsprong in de plaatselijke scheppingen hebben.

UIT : V 20   DE PARADIJS ZONEN VAN GOD 

 

De Schepper-Zonen zijn de makers en regeerders van de plaatselijke universa in tijd en ruimte. Deze scheppers en soevereinen van de universa hebben een tweevoudige oorsprong en belichamen de kenmerkende eigenschappen van God de Vader en God de Zoon. Maar iedere Schepper-Zoon is verschillend van iedere andere; ieder is uniek in natuur alsook in persoonlijkheid; elk is de ‘eniggeboren Zoon’ van het volmaakte godheids-ideaal dat zijn oorsprong vormt.

UIT : V 21 DE SCHEPPER-ZONEN UIT HET PARADIJS

 

De Solitaire Boodschappers kunnen als noodverbindingslijnen functioneren in alle ververwijderde regionen in de ruimte, gebieden die niet worden omspannen door de vaste circuits van het groot universum. Het blijkt dat een boodschapper, wanneer hij op deze wijze functioneert, een boodschap kan overbrengen of een impuls door de ruimte naar een medeboodschapper kan zenden over een afstand van ongeveer honderd lichtjaren, zoals de astronomen van Urantia stellaire afstanden schatten.

Uit : V 23 DE SOLITAIRE BOODSCHAPPERS

 

Bij geestelijke wezens is de voldoening gevende vreugde dat men een hoge plicht vervult het gevoel dat alle andere gevoelens doet verdwijnen. Er kan geen verdriet bestaan wanneer men zich bewust is een goddelijke plicht getrouw te hebben uitgevoerd.

UIT : V 25 DE BOODSCHAPPERSSCHAREN IN DE RUIMTE

 

CITATEN UIT DEEL II : HET PLAATSELIJK UNIVERSUM
( VERHANDELINGEN 32 TOT EN MET 56 ) 

 

Met uitzondering van de volmaakte wezens van Godheidsoorsprong zijn alle wilsschepselen in de superuniversa van evolutionaire aard : beginnend in nederige staat klimmen zij steeds verder omhoog, in werkelijkheid steeds verder naar binnen. 

Uit : V. 32  DE EVOLUTIE VAN PLAATSELIJKE UNIVERSA

 

De eerste vier grote ontwikkelingen in de menselijke civilisatie waren: het bedwingen van vuur; het domesticeren van dieren; het tot slaaf maken van gevangenen (in plaats van ze te doden, Robert); particulier eigendom. 

Uit : V. 36  DE LEVENDRAGERS


In de meer gevorderde tijdperken van een planeet versterken ( .. ) serafijnen 's mensen besef van de waarheid dat onzekerheid het geheim vormt van tevreden continuiteit. Zij helpen de sterfelijke filosofen te beseffen dat wanneer onwetendheid van wezenlijk belang is voor het welslagen, het een kolossale blunder zou zijn indien het schepsel zijn toekomst zou kennen. Zij versterken 's mensen smaak voor het zoete van de onzekerheid, voor de romantiek en bekoring van de onbepaalde en onbekende toekomst.   

Uit : V. 39  DE HEERSCHAREN DER SERAFIJNEN 

 

'De wet is het leven zelf, en bestaat niet uit de regels volgens welke met het dient te leiden ( .. ).  
Het scheppen van nieuwe beelden uit oude feiten, de herformulering van het leven der ouders in de levens der kinderen, dit zijn de artistieke triomfen der waarheid.' 

Uit : V. 48   HET MORONTIA-LEVEN

 

Er bestaan drie groepen ontworpen bewustzijn overeenkomstig het contact met geestzaken. Deze classificatie slaat ( .. ) in de eerste plaats op de chemie van de klieren, en in het bijzonder op de organisatie van bepaalde klieren die vergelijkbaar zijn met de pijnappelklier. 

Op sommige werelden hebben de rassen èèn zo'n klier, op ander twee, terwijl op nog weer andere werelden de rassen drie van deze uitzonderlijke klieren hebben.   De inherente verbeeldingskracht en de geestelijke ontvankelijkheid worden duidelijk beinvloedt door deze uiteenlopende chemische eigenschappen.'

Uit : V. 49  DE BEWOONDE WERELDEN 

 

De natuurlijke lichamelijke dood is geen onvermijdelijkheid voor stervelingen. De meerderheid der gevorderde evolutionaire wezens, burgers van werelden die existeren in de finale era van licht en leven, sterft niet; zij worden rechtstreeks van het leven in het vlees overgebracht naar het morontia-bestaan.

Deze ervaring van translatie van het materiële leven naar de morontia-staat — fusie van de onsterfelijke ziel met de inwonende Richter — neemt in frequentie toe in evenredigheid met de evolutionaire vooruitgang van de planeet. 

Uit : V 55  DE WERELDEN VAN LICHT EN LEVEN

 

CITATEN UIT DEEL III VAN HET BOEK DE GESCHIEDENIS
VAN URANTIA ( VERHANDELINGEN 57 TOT EN MET 119 )

 

Nog niet zo lang geleden was slavernij het lot van de militaire gevangenen die weigerden de godsdienst van de overwinnaar te aanvaarden. Voordien werden de gevangenen òf opgegeten, doodgemarteld, aangezet elkaar te bevechten, geofferd aan de geesten òf tot slaaf gemaakt. SLAVERNIJ WAS EEN GROTE VOORUITGANG [ * ] vergeleken met afslachting en kannibalisme.

Uit : V. 69  PRIMITIEVE MENSELIJKE INSTELLINGEN

 

De Joodse traditie kristalliseerde zich rond Mozes, en omdat deze had getracht de afstamming van Abraham tot Adam terug te voeren, namen de Joden aan dat Adam de eerste was van het hele mensdom (... ).  Vervolgens werd de traditie over de zes dagen van Adam in het verhaal gevlochten, met het gevolg dat bijna duizend jaar na Mozes' verblijf op aarde de traditie over de schepping in zes dagen op schrift werd gesteld en aan hem werd toegeschreven.

Uit : V. 74   ADAM EN EVA    

 

Duizenden jaren lang hadden de nakomelingen van Adam in alle hooglanden in het noordelijk grensgebied van Mesopotamië de in de Hof verbeterde tarwe en gerst verbouwd. Hier troffen de afstammelingen van Adam en Adamszoon elkaar, dreven zij handel, en hadden zij sociale contacten met elkaar.

En door deze gedwongen veranderingen in de levensomstandigheden werd een groot deel van het mensdom omnivoor in de praktijk van hun dagelijkse voeding. De combinatie van tarwe, rijst en groenten met het vlees van de kudden, betekende een grote stap voorwaarts voor de gezondheid en kracht van deze oude volken.

Uit : V 81 DE ONTWIKKELING VAN DE MODERNE CIVILISATIE

 

Het was 1973 jaar voor de geboorte van Jezus dat Machiventa aan de volkeren der mensen van Urantia werd geschonken. Zijn komst was niet spectaculair, geen mensenoog was getuige van zijn materialisatie. Hij werd voor het eerst door een sterveling gezien op de gedenkwaardige dag toen hij de tent binnenging van Amdon, een Chaldeeuwse herder van Sumerische afkomst. De openbare aankondiging van zijn zending was vervat in de eenvoudige verklaring die hij aan deze herder aflegde: ‘Ik ben Melchizedek, priester van El Elyon, de Meest Verhevene, de ene en enige God.’

Uit : V 93 MACHIVENTA MELCHIZEDEK 

 

Sommige mensen hebben het te druk om te groeien en lopen daarom ernstig gevaar geestelijk te blijven steken. Er moet worden gezorgd voor groei in zinvolheid op verschillende leeftijden, in opeenvolgende culturen, en in de voorbijgaande stadia in de vooruitgang der civilisatie. De voornaamste factoren die groei verhinderen, zijn vooroordeel en onwetendheid.

GEEF IEDER ZICH ONTWIKKELEND KIND DE KANS OM ZIJN EIGEN RELIGIEUZE ERVARING TE KWEKEN:  dring het geen pasklare volwassen ervaring op. Bedenk dat het jaar na jaar volgen van een vast systeem van onderwijs NIET NOODZAKELIJKERWIJS [ * ] verstandelijke vooruitgang betekent en nog veel minder geestelijke groei. 

Uit : V 100 RELIGIE IN DE MENSELIJKE ERVARING

 

Ik zou willen dat het mij mogelijk was evoluerende stervelingen te helpen tot een beter begrip te komen van, en een diepere waardering voor, het onbaatzuchtige, prachtige werk van de Richters die in hen wonen en zich zo trouw wijden aan hun taak om ’s mensen geestelijke welzijn te bevorderen. Deze Mentoren verlenen doeltreffende bijstand aan de hogere fasen van ’s mensen bewustzijn; zij zijn wijze, ervaren bewerkers van het geestelijke potentieel van het menselijke intellect.

Uit : V 110  DE BETREKKING VAN RICHTERS TOT INDIVIDUELE STERVELINGEN

 

CITATEN UIT DEEL IV :  HET LEVEN EN ONDERRICHT
VAN JEZUS  ( VERHANDELINGEN 119 TOT EN MET 196 )

 

De stervelingen op Urantia hebben zeer verschillende opvattingen van het mirakuleuze, maar voor ons, die leven als burgers van het plaatselijk universum, bestaan er slechts weinig wonderen en de incarnatie-zelfschenkingen van de Paradijs-Zonen zijn de boeiendste hiervan. Het verschijnen van een goddelijke Zoon in en op uw wereld, door middel van ogenschijnlijk natuurlijke processen, zien wij als een wonder — de werking van universum-wetten die ons begrip te boven gaan. Jezus van Nazaret was een mirakuleuze persoon.

Uit : V 120  DE ZELFSCHENKING VAN MICHAEL OP URANTIA

 

Ze brachten verscheidene dagen in Nicopolis door, de stad die Augustus ongeveer vijftig jaar tevoren had gesticht als de ‘stad der overwinning’, ter herdenking van de slag bij Actium, omdat hij op deze plek met zijn leger zijn tenten had opgeslagen voor de slag begon. Ze logeerden in het huis van een zekere Jeramias, een Griekse proseliet van het Joodse geloof, die ze aan boord hadden leren kennen. De Apostel Paulus bracht in de loop van zijn derde zendingsreis een hele winter in hetzelfde huis door bij de zoon van Jeramias. 

UIT : V 133  DE TERUGREIS UIT ROME

 

Aan het eind van zijn reis door het Middellandse Zee-gebied had Jezus zoveel geld ontvangen, dat hij daarmee bijna tot aan het begin van zijn optreden in het openbaar in de kosten van zijn levensonderhoud kon voorzien. Maar behalve Zebedeüs uit Kafarnaüm en de mensen die hij op deze buitengewone reis had ontmoet, kwam de wereld nooit te weten dat hij deze tocht had gemaakt. 

Uit : V. 134  DE OVERGANGSJAREN 

 

Maar dit was in geen enkel opzicht een wonderbare visvangst. Jezus was iemand die nauwlettend de natuur had bestudeerd; hij was een ervaren visser en kende de gewoonten van de vis in het Meer van Galilea. Bij deze gelegenheid stuurde hij deze mannen alleen maar naar de plaats waar de vis gewoonlijk om deze tijd van de dag kon worden aangetroffen. De volgelingen van Jezus beschouwden dit echter altijd als een wonder.

Uit : V. 145  VIER BEWOGEN DAGEN IN KAFARNAUM 

 

Velen van de hofhouding van Herodes geloofden in Jezus en woonden deze bijeenkomsten bij. Het was de invloed van deze gelovigen onder de officiële familie van Herodes die ertoe had bijgedragen de vijandschap van die regeerder jegens Jezus te verminderen. Deze gelovigen in Tiberias hadden het Herodes volkomen duidelijk gemaakt dat het ‘koninkrijk’ dat Jezus verkondigde geestelijk van aard was en niet een politieke onderneming.

UIT : V 147  HET TUSSENTIJDSE BEZOEK AAN JERUZALEM

 

Toen de drie apostelen ongeveer een half uur diep geslapen hadden, werden zij plotseling gewekt door een knetterend geluid in hun nabijheid, en toen zij om zich heen keken, zagen zij tot hun verbazing en ontsteltenis Jezus in vertrouwelijk gesprek met twee schitterende wezens die gekleed waren in de lichtgewaden van de hemelse wereld. En het gelaat en de gestalte van Jezus straalden met de glans van een hemels licht. Deze drie spraken in een vreemde taal, maar uit bepaalde dingen die werden gezegd, leidde Petrus ten onrechte af dat de wezens, die bij Jezus stonden Mozes en Elia waren (..).  

UIT : V 158  DE BERG DER VERHEERLIJKING

 

Lazarus kon nauwelijks begrijpen wat er gebeurd was. Hij wist dat hij heel ziek was geweest, maar hij kon zich alleen herinneren dat hij in slaap was gevallen en was gewekt. Hij heeft nooit iets over deze vier dagen in het graf kunnen vertellen, omdat hij geheel bewusteloos was. De tijd bestaat niet voor hen die de slaap des doods slapen.

UIT : V 168  DE OPWEKKING VAN LAZARUS

 

Op verschillende momenten en onder wisselende omstandigheden lijkt het alsof Jezus talrijke opvattingen van het ‘koninkrijk’ aanbood in zijn openbare onderricht, maar zijn apostelen onderrichtte hij steeds dat het koninkrijk ’s mensen persoonlijke ervaring omvatte met betrekking tot zijn medemensen op aarde en de Vader in de hemel. Als het ging over het koninkrijk, waren zijn laatste woorden altijd: ‘HET KONINKRIJK IS IN U.’ [*] 

UIT :  V 170  HET KONINKRIJK DES HEMELS

 

Kruisiging was geen Joodse vorm van straf. Zowel de Grieken als de Romeinen hadden deze executiemethode van de Feniciërs geleerd. Zelfs Herodes had in al zijn wreedheid nooit zijn toevlucht genomen tot kruisigingen. De Romeinen kruisigden nooit een Romeins burger: alleen slaven en onderworpen volken werden onderworpen aan deze oneervolle dood. Tijdens het beleg van Jeruzalem, precies veertig jaar na de kruisiging van Jezus, was heel Golgota bedekt met vele duizenden kruisen (..)'.  

UIT : V 187  DE KRUISIGING 

 

MACHINES DENKEN NIET, scheppen niet, dromen niet, HEBBEN GEEN ASPIRATIES, idealiseren niet, HONGEREN NIET NAAR WAARHEID EN DORSTEN NIET NAAR GERECHTIGHEID [*] . Hun leven wordt niet gemotiveerd door de passie om andere machines te dienen, en zich als het doel van hun eeuwige vooruitgang de verheven taak te stellen God te zoeken en te streven om te zijn zoals Hij is. 

Uit : V. 195  NA PINKSTEREN 

 

[*]  Sommige stukjes zijn in grote letters genoteerd, omdat ze extra relevant lijken voor deze tijd. 
Weet dat de tekst reeds halverwege de dertiger jaren van de vorige eeuw werd 'ontvangen'. 

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------


TEKST IN HET URANTIABOEK MBT AL OF NIET GEBEURDE WONDEREN
 

COMMENTAAR OP HET VERHAAL DAT JEZUS OP WATER ZOU HEBBEN GELOPEN

Onder staand verhaal gebeurde de avond/ nacht na het wonder van broden en vissen ( op 30 maart AD 29 )

 

Naarmate de uren van duisternis en zwaar roeien verstreken, werd Petrus moe en viel van uitputting in een diepe slaap. Andreas en Jakobus legden hem ter ruste op de beklede bank in de achtersteven van de boot. Terwijl de andere apostelen tegen de wind en de golven in zwoegden, had Petrus een droom: hij zag een visioen van Jezus die lopend op het water tot hem kwam.

Toen de Meester bij de boot verder scheen te lopen, riep Petrus uit: ‘Red ons, Meester, red ons.’ Zij die achter in de boot zaten, hoorden hem enkele van deze woorden zeggen. Toen deze nachtverschijning in het bewustzijn van Petrus bleef doorgaan, droomde hij dat hij Jezus hoorde zeggen: ‘Wees welgemoed, ik ben het, wees niet bevreesd.’ Dit was als de balsem van Gilead voor de verontruste ziel van Petrus; het kalmeerde zijn gekwelde geest, zodat hij (in zijn droom) tot de Meester riep: ‘Heer, indien u het werkelijk bent, beveel mij dan bij u te komen en met u op het water te lopen.’

En toen Petrus op het water begon te lopen, maakten de onstuimige golven hem bang, en toen hij op het punt stond te zinken, riep hij: ‘Heer, red mij!’ En velen van de twaalf hoorden hem dit uitroepen. Daarop droomde Petrus dat Jezus hem te hulp kwam, zijn hand uitstrekte, hem beetpakte en hem ophief met de woorden: ‘O, kleingelovige, waarom twijfelde je?’

En bij het laatste deel van zijn droom stond Petrus op van de bank waarop hij sliep en stapte werkelijk overboord, het water in. Hij ontwaakte uit zijn droom toen Andreas, Jakobus en Johannes zich over de rand van de boot bogen en hem uit het water trokken.

Voor Petrus bleef deze ervaring altijd reëel. Hij geloofde oprecht dat Jezus die nacht tot hem was gekomen. Hij overtuigde Johannes Marcus maar ten dele, hetgeen verklaart waarom Marcus een deel van het verhaal uit zijn verslag heeft weggelaten. Lucas, de arts, die deze zaak zorgvuldig onderzocht, kwam tot de conclusie dat het voorval een visioen van Petrus was geweest en weigerde daarom dit verhaal op te nemen toen hij zijn verslag maakte.