OVER MIJĀ
Ik ben geboren in 1955 in IJmuiden; halverwege de veertig ontdekte ik een tekst die me sindsdien heeft beziggehouden: het in de 50er jaren in Amerika verschenen 'Urantia Boek.'
Het beter begrijpen van Het Urantia Boek en hoe het is ontstaan, werd bevorderd door het bekender raken met verklaringen van musici als Paul McCartney en Paul Simon die geen idee hebben waar de tekst van hits als 'Bluebird', 'Let it be', 'Bridge over troubled water', en andere songs vandaan komen. 'De woorden komen gewoon ..' zeggen ze vaak.
Sinds lang ben ik geintrigeerd door de dood. Een boek als 'Contact na de dood' van een dominee die contact kreeg met zijn overleden zoon, was een boek wat me raakte. Ook de merkwaardige ervaring contact te voelen met een overleden tante, de oudste zus van mijn vader, hield me bezig.
Uiteindelijk belandde ik in 1977 op een Sociale Academie in Amsterdam; eindelijk een omgeving die aansprak !
Vroeg in 1979 las ik Dr. Jan Foudraine's succesvolle boek 'Wie is van Hout?', omdat ik had besloten in de psychiatrie stage te lopen voor het derde studiejaar. Kort later kwam een nieuw boek van hem uit, over zijn belevingen in een ashram in Poona, India.
Zo vertrok ook ik die zomer naar India, en leerde zo dat er blijkbaar bijzondere leraren zijn die 'Iets' ontdekt hebben. Aldus raakte ik in de 80er jaren betrokken bij de Indiase leraar Osho ( 1931-1990 ), om in de 90er jaren via zelf studie ook westerse leraren te verkennen.
Ik leerde dat de term 'groten der aarde' in de westerse cultuur wordt gebruikt voor hen die uitblinken in de wetenschap, vooraanstaande politici, mensen van koninklijken bloede, sporters, acteurs, zakenmensen.
Het komt me voor dat we over iets heenkijken in deze situatie; zouden zij die antwoord hebben op diepe levensvragen niet (ook) in aanmerking komen voor een titel als 'groten der aarde'? Zou dat niet een flinke stap in een nieuwe, spannende richting zijn ?
Het avontuur begon dus voor ondergetekende met het ontmoeten van diverse bijzondere mensen, die vaak confronterende suggesties hebben bij bepaalde vragen. Intrigerend aan dergelijke leraren is dat ze hun leven zo inrichten dat ze nauwelijks opvallen.
Niet lang na het ontdekken van Het Urantia Boek in 2002 vielen artikelen op over bijzondere kunstwerken die in die tijd in - vooral Engelse - velden verschenen. Wat betekende dit ?
Nieuwe vragen kwamen op, zoals bij de suggestie in het boek dat onze aarde een naam heeft, Urantia. Waarom had ik daar nooit iets over gehoord van de bijzondere mensen die ik ontmoette? Waren en zijn zij niet in staat tot bijzondere waarnemingen, zoals de geleerde en mysticus Swedenborg in 1759, toen een brand uitbrak in Stockholm, en hij daar direct van op de hoogte bleek, hoewel hij zich op twee dagen reizen - in Gotenburg - bevond?
Geestelijke leraren, leerde ik, brengen hun gehoor vooral de waarde van het 'hier en nu' bij.
En dus lijkt het de taak van filosofen, wetenschappers, programmamakers, om na te denken en in gesprek te gaan over de relatie van ook op deze website vermelde zaken. Ik herken me in de - in het boek genoemde - term 'coordinator van ideeen'.
Filosofen zijn vooral coordinatoren van ideeen.
Einstein werd eens gevraagd wat het belangrijkste issue is waar de moderne mens mee wordt geconfronteerd: ''Het belangrijkste waar de mens antwoord op wil hebben is de vraag:
Is het universum een vriendelijke plek ?'''